De oudjes van de Bodensee

rentner3De Bodensee.
Gedeeld bezit van Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Een plas water van ongeveer 60 bij 15 km. Maar wel een hele mooie waterplas. Een schitterend gebied om je vakantie door te brengen. En dat hebben we dan ook gedaan. Net terug, wil ik jullie deelgenoot maken van mijn indrukken. En van één in het bijzonder. Maar voordat ik daarmee begin moet ik eerst wat informatie kwijt.

De Bodensee. Geliefde plek voor toerisme, massatoerisme. En dan Massatoerisme met een hoofdletter. Want het is daar toch druk! Sommige dagen vergelijkbaar met de drukte op koningsdag in Amsterdam. En wat willen al die mensen? Zoveel mogelijk bekijken.
Rondom de hele Bodensee zijn tal van plaatsen te vinden. Grote plaatsen, zoals Konstanz en Friedrichshafen of het Oostenrijkse Bregenz. En natuurlijk de kleinere: Meersburg, Lindau, Überlingen enz.. Niet te vergeten de eilanden Mainau en Reichenau. Waar Mainau schittert door zijn pracht aan subtropische bloemen en planten, blinkt Reichenau uit als groenteneiland. Hier worden groenten en fruit geteeld voor het hele gebied rondom de Bodensee. Al deze mooie plaatsen liggen rondom het meer.
Vanwege de grote afstanden kun je er dan ook maar een paar per dag bezoeken. Om dit zo efficiënt mogelijk te kunnen doen hebben de Duitsers een ingenieus systeem bedacht: Das Boot! De boot brengt je op de snelste manier naar een andere plaats. Je kunt per tocht een kaartje kopen, maar als rasechte Hollanders kopen wij een kaart die drie dagen geldig is, da’s een stuk goedkoper en we mogen opstappen waar we maar willen. Nu zijn wij niet de enigen die dat idee hebben. De meeste mensen daar gebruiken de boot als vervoermiddel. Dat levert dus flinke drukte op bij de aanlegplaatsen. Maar Duitsers zouden geen Duitsers zijn als zij daar geen intelligente oplossing voor hadden gevonden: dranghekken!
Niet zoveel dat je het idee hebt dat je door een sluis naar de slachtbank wordt geleid. Ze plaatsen er net genoeg om aan te geven: Hier begint de rij om aan boord te gaan. De rest sluit, zoals het plichtsgetrouwe Germanen betaamt, keurig aan. Iedereen???

Op vakantie passen wij ons meestal aan. Dat wil in dit geval zeggen dat wij ons ook netjes aansluiten bij de rij wachtenden voor de boot. Vaak begint zo’n rij zich al een kwartier van tevoren te vormen. Zodra de boot arriveert, mogen eerst de passagiers van boord. Daarna zijn de opstappers aan de beurt.
Als wij, keurig op onze plaats, staan te wachten, zien we iets vreemds gebeuren. Helemaal vooraan, daar waar de dranghekken ophouden (en de aansluitzone begint) staat een manspersoon. Deze wat oudere persoon is gewapend met een zware wandelstok en evenzo zware wandelschoenen. Het is een gepensioneerde, een Rentner, zoals ze die daar noemen. Deze Rentner laat zijn zware hoofd zakken als een stormram en dringt zich centimeter voor centimeter tussen de rij wachtenden. Met zijn hoofd naar beneden maakt hij de weg vrij en ramt op iedere gewonnen vrije ruimte zijn wandelstok op de stenen. Met zijn grote bergschoenen duwt hij iedere in de weg staande voet aan de kant en verovert zich zo een plekje in de rij; bijna vooraan.
Ik zie je al verbaasd kijken en je denkt misschien: één zo’n Rentner, daar kan de hele rij toch korte metten mee maken? Ja, dat klopt. Maar nu het addertje onder het gras: Hij is niet alleen!!! Nee, Rentners leven in kuddes! Eén Rentner wordt ten behoeve van de groep opgeofferd om als eerste in de rij te gaan staan. Vaak in de brandende zon. Zodoende probeert hij al medelijden op te wekken bij de rij wachtenden. De rest wacht, verborgen in de koele schaduw, geduldig af. Onzichtbaar voor de nietsvermoedende wachtenden. Zodra hij (de eerste Rentner) eenmaal in de rij is binnengedrongen, zie je uit alle hoeken en gaten andere Rentners tevoorschijn schieten en zich razendsnel achter de eerste indringer aansluiten.
Daardoor staat er plotseling een groep van een stuk of twintig oudjes méér tussen jou en de boot. En dat wekt wrevel. Het lijkt erop dat zij bang zijn de boot te missen. Gezien hun leeftijd misschien nog niet eens zo’n verkeerde gedachte. Gezien de grootte van de boot echter totaal misplaatst.

Een groep met stokken bewapende ouderen die traag in de maat marcherend zich ergens op de wereld een plekje verovert, roept bij mij toch ongewild bepaalde associaties op.
Als één van de wachtenden vriendelijk een oudje op de schouder tikt en zegt: “Normaal gesproken kunt u aan het einde van de rij aansluiten, maar omdat u zoveel haast hebt mag u nu wel voor gaan.”, wordt hij getrakteerd op een laatdunkende blik en minachtend gesnuif.
Alte Zeiten leben auf (blijkbaar).

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Een reactie op De oudjes van de Bodensee

  1. Arlinde zegt:

    Ik moet er wel een beetje om lachen hoor. Je schrijft zo beeldend dat ik die oudjes echt voor me zie, met die stokken.

Plaats een reactie